Gebroken in Rwanda

“Afzien op de fiets?”, reageerde ik naar Nathan. “Ik kan mij niet herinneren dat ik echt kapot ben gegaan op de fiets”. “Natuurlijk heb ik het wel eens zwaar gehad in een klim, of koud in de regen, maar echt kapot aan het einde van de dag? Dat je half in elkaar zakt? Nee, dat kan ik mij niet herinneren.” Nathan keek mij verbaasd aan, schudde zijn hoofd en we pakten allebei een pizzapunt van het bord voor ons. Zo verliep ons gesprek in een restaurantje in Musanze, op woensdagavond. We hadden twee etappes achter de rug in het fantastische Rwanda. 

Ik zag er enorm naar uit, om op de fiets te klimmen in Rwanda. Geen moment van twijfel om mij op te geven voor de Muskathlon. Een prachtige ervaring beloofde het te worden. 400 kilometer fietsen in ‘The land of the Thousand Hills’. Doel was om minimaal 10 kinderen te bevrijden uit armoede, hen perspectief te bieden door een sponsor voor hen te zoeken. Of door geld op te halen waar andere kosten rond sponsoring mee gedekt konden worden. Oftewel, het goede doel stond voorop: Compassion. Toch?

Ergens begin van dit jaar stond ik voor mijzelf stil bij mijn motivatie om aan de Muskathlon mee te doen. Wat was nu mijn echte doel om mee te doen? Dienstbaar zijn op en met de fiets. “Daar gaat het mij om”, zo vertelde ik aan veel mensen om mij heen. Toch merkte ik aan mijzelf dat vooral het fietsen mij enorm motiveerde. Stel je eens voor dat je daar in een land in Afrika op de racefiets zit. Dat is toch niet voor te stellen. En ja, natuurlijk doe ik het ook voor de kinderen die in armoede leven… Maar toch, 400 kilometer en heel veel hoogtemeters. Over heuvels, mooi asfalt, tussen de theeplantages. Tsjonge… Vrijdagavond kwamen wij aan in Rwanda en zochten wij ons hotel op. Iedereen van de groep stond te popelen om de fietsen in elkaar te zetten. Maar, we konden het geduld opbrengen om te wachten tot de zaterdag.

Mentaal gebroken

Nadat we zaterdag de fietsen in elkaar hadden gezet, vertrokken wij in de middag naar Kigali, de hoofdstad van Rwanda. In de bus bespraken we met elkaar de komende etappes. Maar eerst brachten we een bezoek aan het Kigali Genocide Memorial Centre.

BAM!! Het bezoek aan het centrum knalde er bij mij enorm in. Wat een ellendige historie heeft Rwanda. Wat een bizarre gebeurtenissen vonden plaats in de periode april tot en met juli 1994. Ongelooflijk om de invloed van westerse landen te zien bij deze genocide. Onvoorstelbaar om te ontdekken dat mensen die tot dan toe in vrede letterlijk als buren naast elkaar leefden, van de een op de andere dag elkaars vijanden waren en elkaar naar het leven stonden. En onverteerbaar om de panelen te zien in het centrum waar kinderen op stonden, allemaal met hun persoonlijke verhaal. En allemaal met een beschrijving hoe ook zij vermoord werden. Want voor kinderen werd geen uitzondering gemaakt. Doodgeknuppeld, tegen de muur gesmeten, gemarteld tot de dood, neergeschoten, levend verbrand… BAM!!

Ik zocht de frisse buitenlucht op en ging op een bankje zitten en droogde de tranen die over mijn wangen liepen. Ik kon dit niet bevatten. 1994, ik was 14 jaar. Ik kan mij nog beelden van de tv herinneren. Maar dit? Op deze schaal? 1 miljoen mensen om het leven gebracht in 100 dagen? Even later staan we als groep met elkaar biddend in een kring. We bidden voor de overlevenden, voor de mensen met littekens en ook voor de nieuwe generatie: jongvolwassenen en kinderen. Met een ongemakkelijk gevoel rijden we terug naar ons hotel. Het werd een rustige en stille terugtocht. Verdriet en verbijstering heerste.

Nieuwe hoop

Zondagochtend vertrokken wij naar het project van Compassion. Het was de dag dat de deelnemers aan de Muskathlon hun sponsorkinderen gingen ontmoeten. Iedereen was in feest stemming. En wij kwamen bij de kerk aan in een armoedige wijk ergens in Gitarama. Wat een feest! We werden ontvangen door de sponsorkinderen en iedereen kon de kinderen in de armen sluiten waar we per brief mee kennis hebben gemaakt. Maar nu was het echt! Vrolijke gezichten van de kinderen, van hun ouders en verzorgers. Blijdschap. We gingen de kerk binnen en met elkaar mochten we zingen voor God, mochten we Zijn naam groot maken. Al spraken we niet elkaars taal, toch verstonden wij elkaar in het prijzen van onze Heer. Wat geweldig was dit. Een dag die in schril contrast stond met de zaterdag. Zo dicht bij elkaar. Verdriet en blijdschap. En wat was het indrukwekkend om de hoop te zien in een land dat nog zoveel littekens heeft. Maar de Rwandezen kijken daar niet naar, zij kijken vooruit, met vertrouwen in Hem.

blog-rwanda

Fietsen als middel

Ik weet nog dat ik tegen mijn kamergenoot die avond zei dat het voor mij bij wijze van spreken wel klaar was. Mentaal had ik mijn breekpunt gehad die zaterdag, bij het Memorial Centre. En dat breekpunt werd positief overtroffen door de ontmoeting met mijn sponsorkind en de mensen in de kerk op zondag. Emotioneel gezien was ik wel klaar. Ik kon naar huis. “Maar we gaan morgen fietsen”, klonk het. Ja, inderdaad, nog fietsen. natuurlijk had ik daar nog steeds zin in, maar het besef was bij mij nu echt geland: het fietsen was slechts een middel dat God wilde gebruiken om mij te inspireren om dienstbaar te zijn. Door het fietsen mocht ik ook andere mensen in Rwanda inspireren. Ons sponsorkind, zijn moeder die voor het eerst van haar leven een ‘Muzungu’ (blanke…) zag. Zijn oma die elke vijf minuten weer vertelde hoe dankbaar en blij ze was dat ik bij hen kon zijn. Het fietsen was geen doel op zich, nee, het was slechts het middel om van betekenis te zijn. Wat een ontdekking en bevestiging.

En toen volgden de dagen op de fiets. Wat een genot om daar te fietsen. De meest prachtige landschappen flitsten voorbij. Joelende mensen aan de kant van de weg. Soms rijen dik. Politiebegeleiding voor en naast ons op de weg. Achter ons een auto van het Rode Kruis. Nog nooit heb ik mij zo veilig gevoeld op de openbare weg. Het leek wel alsof wij met elkaar een prof peloton vormden.

Fysiek gebroken

Vrijdag, de Kingstage. We waren nog geen tien kilometer onderweg en ik wist dat dit een zware dag ging worden. De langste tocht die wij zouden fietsen in Rwanda met de meeste hoogtemeters. We moesten er vroeg uit, 5.00 uur ging de wekker. Na een slechte nacht was het zo ver. Mijn lichaam was van slag, last van mijn darmen. Alle energie die er in zat, was ik in de ochtend in 5 minuten kwijt op het toilet. Het zou zwaar gaan worden. Tegen heug en meug kreeg ik wat ontbijt naar binnen en een tijdje later zaten we op de fiets. “Zo”, zei ik tegen Alex, “ik ben nu al leeg en we moeten nog de hele dag”. Na de eerste klimmetjes en afdalingen voelde ik mij steeds minder fit. Kippenvel, rillingen in mijn lijf, licht koortsig ging ik voort. En na zo’n 85 kilometer kwamen we bij de laatste bevoorradingspost. Het was even overleven op de fiets. Ik stond er wat in stilte te wachten toen plotseling de kinderen langs de weg begonnen te zingen. De school was net uit en een groep van zo’n 150-200 kinderen begon te zingen. Prachtig. En een paar minuten later kregen wij allemaal een foto van ons sponsorkindje in de hand gedrukt. “Als je er doorheen zit, pak dan dit fotootje uit je achterzak, kijk ernaar en zet door”, was de boodschap van Jurjen, onze motivator.

Vervolgens kwam de klim van de dag. Kilometers achter elkaar klimmen. Geen hele steile klim, maar voor mij de zwaarste klim die ik ooit heb gedaan. Alex en ik reden in eenzelfde cadans omhoog. In stilte. Af en toe keken we elkaar aan en we wisten genoeg. Samen klommen we kilometers achter elkaar. Ondertussen was ik kapot. Al peddelend dacht ik na over wat God mij deze week wilde leren. Mijn eerste les: de Rwandezen leerden mij wat vergeving is. Om na een genocide weer echt samen te leven is er vergeving nodig. Onvoorstelbare vergeving. Een tweede les: ondanks het ongemakkelijke gevoel, mag ik genieten. Maar niet als doel op zich, maar genieten is het middel om God groot te maken, zijn Naam lof en eer te brengen. En de derde les: mentaal breken en fysiek breken brengt je dichter bij God. Althans, dat is mijn ervaring. Nog nooit heb ik mij in een week zo heen en weer geslingerd gevoeld, maar ook nog nooit heb ik mij een week zo gedragen geweten door Hem. Het fietsen was voor mij een middel om deze lessen te leren. En dat fysieke breekpunt was dus nodig om voor mij dit verhaal af te sluiten. Dienstbaarheid op en met de fiets heeft voor mij een diepe betekenis gekregen.

door Meesterknecht Bart van de Vegte

De Meesterknecht